Schola Catharina



HH. Petrus en Paulus, Apostelen (29 juni)

Introitus (Act. 12, 11)
Nunc scio vere, quia misit Dominus Angelum suum: et eripuit me de manu Herodis, et de omni exspectatione plebis Iudaeorum. Nu weet ik het echt, immers de Heer heeft Zijn engel gezonden en mij ontrukt aan de hand van Herodes, en aan elke verwachting van het Joodse volk.
Tussenzang (ps. 138.1):
Domine probasti me, et cognovisti me: Heer Gij hebt mij beproefd, en mij gekend:
tu cognovisti sessionem meam, et resurrectionem meam. Gij kent mijn neerzitten, en mijn wederopstaan.
Graduale (Ps. 44, 17.18)
Constitues eos principes super omnem terram: memores erunt nominis tui, Domine. Aanstellen zult Gij hen als vorsten over heel de aarde: gedenken zullen zij Uw Naam, Heer.
Pro patribus tuis nati sunt tibi filii: propterea populi confitebuntur tibi. Voor de voorvaderen zijn aan U zonen geboren: daarom zullen de volkeren U prijzen.
Alleluia (Mt. 16, 18)
Alleluia. Tu es Petrus, et super hanc petram aedificabo Ecclesiam meam. Alleluia. Alleluia. Gij zijt Petrus, en op deze steen zal ik Mijn Kerk bouwen. Alleluia.
Offertorium (Ps. 44, 17.18)
Constitues eos principes super omnem terram: memores erunt nominis tui, in omni progenie et generatione. Aanstellen zult Gij hen als vorsten over geheel de aarde: gedenken zullen zij Uw Naam, van geslacht tot geslacht.
Communio (1 Petr. 2,2)
Tu es Petrus, et super hanc petram aedificabo Ecclesiam meam. Gij zijt Petrus, en op deze steen zal Ik Mijn Kerk bouwen.
Tussenzang (Ps. 79.1):
Qui pascis Israel intende, qui deducis velut ovem Ioseph. Gij die Israel weidt, luister, die Jozef leidt als een schaap.